Terugdenken: epic journey

Op sommige momenten is het allemaal wat moeilijker en is het des te leuker om terug te denken aan nog maar net geleden.

Steven en Willem naast de ingang van het Castello di Duino

Zoals nu. Alle zes kinderen thuis, van wie twee net voor hun examens, plus een gestrande UWC-schoolgenoot die ook niet meer naar zijn familie in Italie kan. In Nederland waren gisteren duizenden besmettingen een feit voordat de scholen dicht gingen, maar vandaag gingen in Tanzania na 2 vastgestelde besmettingen alle scholen tenminste een maand dicht. Verstandig, want dit land heeft niet de medische voorzieningen van Europa, en denk aan al die plekken waar niet eens stromend water is. We moeten het maar afwachten. Ida en ik zijn de afgelopen twee dagen op vreselijk dure tickets uit Nederland gekomen nadat onze andere vluchten afgelast waren, en mijn hele nascholingsprogramma waarvoor ik jaarlijks naar Nederland kom, ook. Een financiele strop. Ida zwierf al een maand van adres naar adres nadat haar Italiaanse school in februari al dicht ging. Inmiddels is het vliegverkeer overal grotendeels gestremd en zijn we net op tijd herenigd. Welke kant het hier allemaal uit gaat weet ik niet. Maar we zijn bij elkaar. De komende twee weken moeten Ida en ik in zelfisolatie omdat we uit Europa komen. Met mijn kwetsbare patienten in KCMC kan ik niet anders dan me daar maar aan houden- ondanks het schreeuwende tekort aan handen daar… liever niet ‘Case Zero’ in deze stad. Maar zodra deze periode voorbij is zal ik gewoon werken, want ik ben niet anders en niet beter dan al mijn collega’s die nu als ware helden met minimale bescherming en middelen het ziekenhuis klaarmaken voor de opvang van patienten, die uiteraard hier ook gaan komen. De getallen van voorzieningen zoals beademingsapparatuur en nooddiensten in deze regio van 1,2 miljoen inwoners zijn zo laag en zo verontrustend dat ik ze niet eens ga melden. We are on our own.

Bij de camper op de pier van Trieste
Op de pier van Trieste

Rond de feestdagen waren we nog in dat zelfde getroffen Europa, ook met zijn allen. In een oude Italiaanse camper zijn we een land of 10 door getrokken en hebben geweldige ontmoetingen en herenigingen gehad. Meestal sliepen we bij vrienden of familie, of in die bak op een parkeerplaats, allemaal dicht opeengepakt om warm te blijven en dan overdag weer de weg op met de autoradio aan, kinderen die half uit een slaapzoldertje hingen en als een projectiel door de auto vlogen als vaders enthousiast optrok bij het stoplicht, of zoals Ida even op de snelweg een universiteitsaanmelding afrondde. Het was echte ‘bonding’ en wat hebben we gelachen als we weer ergens met zijn allen die camper uit kwamen rollen, of onverhoeds moesten vertrekken als we ergens illegaal stonden. Zoals de eerste nacht in Duino, het vissersdorpje waar Ida’s school staat, waar we in de haven mochten staan van de havenwachter. Die was er de volgende ochtend echter niet, en we werden weggejaagd door een heks die uit haar raam op de eerste verdieping hing te kijven. Steven en Vicky zagen voor het eerst echte sneeuw in Zwitserland en ondanks dat niemand geschikte kleding aan had, hebben we de plastic bodems uit de weekendtasjes gescheurd, en gesleed tot we blauw waren van de kou. Het was echt een ‘epic journey’, 4800 kilometer elkaar.

Road trip back to our roots

Ook hebben we in de ijskoude prachtige wijngaarden rondom Freiburg in Zuid-Duitsland gekampeerd. De volgende ochtend dwaalden we door die mooie stad en bedachten we dat we het Robert Bosch College wel eens wilden zien. Dat is het United World College dat een soort eco-commune is en gevestigd is in een middeleeuws Kartuizerklooster, tegen het Zwarte Woud aan. Een Tanzaniaans vriendje van de kinderen zit daar nu op school, hij reisde in het eerste jaar samen met Ida naar en van Europa. De hoofdmeester is een geweldige Zuid-Afrikaan die intensief heeft meegewerkt om ‘ons’ UWC East Africa van de grond te krijgen. Al was het acht uur ‘s ochtends en kwamen we onverwacht aanwaaien, heeft hij ons de hele school laten zien. En alsof het zo moest zijn… Willem is twee weken geleden door Nederland geselecteerd voor RBC UWC en gaat dus volgend jaar zijn zus achterna, terug naar Europa! Laten we hopen dat we tegen die tijd weer wat eenvoudiger over grenzen kunnen denken.

Levenskansen

Een nieuwe toekomst tegemoet

Onze oudste dochter is een week geleden naar Italië vertrokken om daar de laatste twee jaar van haar middelbare school af te maken op een United World College. De school van haar vader! We kunnen er nog steeds niet over uit wat een prachtige kans ze gekregen heeft dankzij een volledige beurs van Stichting UWC Nederland. We missen haar (ik dek nog steeds de tafel voor 8 personen…) maar genieten op afstand ook zó met haar mee.

Foto ICU
Alles uit de kast halen met beperkte middelen

Op dezelfde dag dat wij haar uitzwaaiden op het vliegveld had ik het druk met een ander zestienjarig meisje. Een overleden meisje. Ze lag een maand lang met een refractaire status epilepticus op de Intensive Care, en tot aan een pentobarbitalcoma toe hebben we geprobeerd om haar epilepsie in te tomen. Waarschijnlijk had ze een auto-immuunencephalitis. De dag dat we Ida uitzwaaiden naar haar nieuwe leven, hebben de ouders van het meisje om een schedelobductie verzocht. Dat is zo ongewoon in deze cultuur, dat ik Nederlandse pathologen gebeld heb om onze jonge patholoog te coachen. Op weg naar het vliegveld… met onze kansrijke zestienjarige achterin.

Waar is Wally

Ons ziekenhuis organiseerde vandaag een mars om de aandacht te vestigen op Wereld Kanker Dag. Dwars door de stad, van het kantoor van de District Commissioner van Kilimanjaro naar het gloednieuwe kankercentrum van het ziekenhuis. De opbrengst wordt gebruikt voor de inrichting van het gasthuis voor ouders van kinderen met kanker die langdurig in ons ziekenhuis worden behandeld. Op z’n Tanzaniaans werd het pas afgelopen week georganiseerd en werden we allemaal gevraagd om te komen. Tijd? Plaats? Stond niet op de pamfletjes, die overal hingen. Desalniettemin kregen de co’s vandaag vrij met het bevel (dat en niets anders, we zijn in Tanzania) om mee te lopen. Wie er precies vandaag voor de patienten helpt zorgen is niet helemaal duidelijk: het onbetaalde werkvolk van co-assistenten hebben een spilfunctie in het ziekenhuis. Na wat gehaast rondrijden in de stad (met 13 renners in de auto een wat stomend gebeuren) vonden we het vertrekpunt.

Vicky fietst dapper bergop

In de verte Kilimanjaro in de vroege ochtendzon

De geruisloze transfer van de ziekenhuisdirecteur

Op mijn vraag of hij meeliep had de Duitse oncoloog gisteren gezegd dat hij te moe was van het opstarten van de oncologievoorziening, en teleurgesteld in de vooruitgang die hij geboekt heeft sinds zijn komst afgelopen zomer. Het ergerde hem dus dat er letterlijk ‘harder wordt gelopen’ voor zo’n stomme mars. Ik vind hem een prima collega, maar vond dat hij toch iets van mij moest leren. Al die frustratie en ergernis herkennen we- dingen gaan altijd anders dan je zou willen en meestal veel langzamer dan je had verwacht. In een land waar veel levens je door de vingers glippen omdat er nog niet genoeg grip is op omstandigheden waaraan je in een land als Nederland al niet eens meer dénkt, is het erg aantrekkelijk om je te storten op lichte en vrolijke gebeurtenissen. Daarom is zo’n gebeurtenis juist heel belangrijk- men viert het leven. Inderdaad gaan mensen nog steeds dood zonder goede diagnose omdat de patholoog z’n coupes nog steeds niet juist afleest, of omdat de betaling van de chemotherapie te lang op zich laat wachten… of de patient gewoon jammerlijk laat naar een dokter gaat. Met zo’n ‘awareness march’ kun je elkaar en de buitenwereld solidariteit en positiviteit laten zien. Als speciaal voor de kankerzorg ingevlogen specialist moet je het dan vooral niet laten afweten. Lopen dus! Achteraf bedankte hij voor mijn zachte terechtwijzing. Want ook morgen gaan er nog mensen dood aan een te laat doorverwezen kanker, maar er is nu wel een kankercentrum dat er vorig jaar nog niet stond. En heeft hij naar iedereen met wie hij werkt wat goodwill getoond.

De Polisi Hugo Escorte

Je ziet hem denken: Hoe komt dat meisje hier?

Er wordt begonnen met de cooling down- gadegeslagen door Hugo

Vanmorgen hebben we dus met zijn allen meegelopen, met misschien wel duizend anderen. De opkomst was fantastisch en verbroederend. De enigen die mochten ‘smokkelen’ waren onze drie kleinsten: die mochten op hun fietsjes. De reden was dat de kans groot was (en de vrees bleek uit te komen) dat, zo in het ochtendgloren, we er een paar uit het oog zouden verliezen in de mensenmassa. Ik verloor inderdaad wat kinderen uit het oog en Marco had Vicky meegenomen omdat het voortdurend bergop rijden te zwaar was voor het kleine ding. ‘Kwijt zijn’ in Moshi is weliswaar relatief (kleine stad, iedereen kent ons en de kinderen kennen de buurt) maar ik wilde toch wat meer controle… zo zijn moeders. Daarom sneed ik het laatste deel van het traject even af, om eerder bij de finishplaats te kunnen zijn. En daar was ik getuige van twee hilarische details. Ten eerste had ik de gezette ziekenhuisdirecteur, voor de gelegenheid in sportief tenue gestoken, al wat eerder geruisloos opgepikt zien worden door een auto die hem uit de achterhoede meenam. Ik zag hem daarna afgezet worden in de voorhoede, en daarna terloops meedoen met de cooling down, voorgedaan door het hoofd van de fysiotherapieafdeling. Tja, je kunt ook niet alles. Ten tweede zag ik gelijktijdig … onze Hugo binnenkomen, geëscorteerd door een politie-Landrover en een motoragent. Hij was op zijn fietsje in de voorhoede terecht gekomen, en omdat hij (zij, dachten de agenten toen ik ze sprak: lange blonde manen) zo uit de toon viel bij de Tanzaniaanse renners dacht de oplettende politie dat het fietsende kind per ongeluk in de mensenmassa terechtgekomen was. Hugo wist echter precies waar hij was- allebei zijn ouders werken er! Zo staat hij nog een beetje daas te bekomen in de rand van elke foto die ik nam van het mediatafereel. De naar voren gesmokkelde directeur die rekt en strekt, en Hugo als een ‘Waar is Wally’ mannetje in elke foto.

Evidence-Based Dochter

Vanavond droeg ik jongste dochter Vicky (5) van de auto naar het huis. Toen ik de autodeur dichtsloeg zei ze: “Pas op dat mijn vingers niet tussen de deur komen!”

Ze had in twee weken tijd al twee keer haar vingers tussen de autodeur gekregen. Zoals gebruikelijk: overijverig broertje die de deur dichtmept terwijl zij als kleintje er nog uit klom. Drie vingers klem aan de scharnierzijde van de deur: Au! Landroverdeuren hebben gelukkig genoeg speling en een rubberstrip, dus het deed pijn, maar ze had al haar vingers nog.

Vicky vervolgde: “Ik ben bang weet je, want het doet pijn als je vingers tussen de deur zitten. Drie vingers doet heel erg pijn. Eén vinger doet niet zo’n pijn. Twee vingers weet ik niet, dat heb ik niet geprobeerd.”

Nieuwsbrief 8 online

Onze achtste Fidesco nieuwsbrief landde al een tijdje terug bij donateurs in de brievenbus maar staat vanaf vandaag ook online. In deze editie: onze gastarbeider, de machtswisselingen in Tanzania en het ziekenhuis, de uitvinding van de honingdonut, geen cholera en veel te weinig bloed.

Deze en alle voorgaande edities vind je onder de link Nieuwsbrieven in het menu linksboven.

Pikorde

Vorige maand heb ik zoals ook de jaren ervoor van Sylvia Arpots ongeevenaarde hulp gekregen in het EEG-onderwijs aan de artsen, studenten maar het meest nog aan de zusters. Nadat we in vorige jaren ‘n goede EEG-zuster naar Kenia zagen vertrekken waar ze haar opleiding tot ergotherapeut ging voltooien, moesten we terugvallen op de overige zusters, die door hun werk op de klinische afdeling niet vaak konden komen en hierdoor minder ervaren waren. Bovendien had die prachtige nieuwe EEG-kamer een hinderlijke storing in de registraties door een slecht geaard systeem.
IMG-20151102-WA0002IMG-20151102-WA0013
Sylvia blinkt uit in improvisatievermogen, onverstoorbaarheid en vooral hartstikke positief denken. Door deze eigenschappen heeft ze in de afgelopen weken (ook terwijl ik zelf in Soedan was) de zusters weer bijgespijkerd en zelfvertrouwen gegeven, en samen met Marco en de IT-afdeling van het ziekenhuis het letterlijk STORENDE aardeprobleem verholpen. De zusters zijn stapelgek op “Slivia” zoals ze haar noemen, en zouden het liefst elk EEG draaien met Sylvia waakzaam aan hun zijde. Maar helaas is het Afrika, is dit een van de slechts twee units van het land, gaat alles voorbij en moest Juf Sylvia op de dag van aankomst in Nederland alweer nachtdienst draaien op de Intensieve Epilepsie Monitoring Unit in UMC Utrecht. Enorm bedankt namens iedereen, Sylvia.

En in het ziekenhuis weer de gewone gang van zaken. Woensdagochtend op de IC voor een man met nierfalen en insulten. Terwijl ik in de status zat te schrijven hoorde ik achter me een klap, en iemand “ni shida!” sissen: probleem! De mortuariumassistent die de zojuist overleden buurman van mijn patient kwam ophalen, stond krampachtig tegen de brancard geleund waarvan net 1 poot was afgebroken waardoor het lichaam er vanaf dreigde te glijden. De verpleegkundigen kwamen hem, zonder een woord te wisselen, helpen het lichaam weer recht te leggen en tilden met zijn allen de brancard weg naar de gang. Ze kijken nergens meer van op. Vervolgens door naar de buitenpoli aan de zuidrand van Moshi. Toen ik al een half uur op vervoer stond te wachten, hoorde ik dat er geen arts-assistent kindergeneeskunde beschikbaar was met wie ik die 25 kinder- en jongvolwassen patienten daar ging zien. Balend en met zelfmedelijden ben ik toen maar zelf gegaan, met het plan alles wat te ‘kindergeneeskundig’ was voor m’n neurologische hoofd door te verwijzen naar de donderdagpoli van ons ziekenhuis.
Als ik, bevoorrecht, goed gevoed en gezond, dan echter weer door de achterbuurt van Moshi hobbel over de pistes richting de steppe, slik ik mijn commentaar snel weer in. Doffe armoede, kleien hutjes en kinderen in lompen die niet naar school gaan- ook in een van de welvarende regio’s van het land. En ik zeg al helemaal niets meer als ik een zestienjarige van nog geen 10 kilo zie, die zulke samengetrokken ledematen heeft dat hij vergroeid is naar de kromming van zijn moeders rug, die hem bij gebrek aan rolstoel daar zijn hele leven al op draagt. Het was zijn eerste bezoek aan een arts. Het is een harde confrontatie met de pikorde van het leven. Waar je geboren wordt heb je niet voor het zeggen, en al doe je nog zo je best, het is uiteindelijk gewoon pech of geluk hebben. En mijn familie en ik, wij hebben geluk- weet ik dan weer.
In de loop van mijn polispreekuur viel mijn tijdsbesparende verwijsplan in duigen, omdat de Republiek Tanzania op een termijn van 12 uur van tevoren een nationale vrije dag aankondigde omdat de nieuwe president beedigd werd vandaag. En dus kwamen al mijn patienten vandaag voor niets in het ziekenhuis, want al het ziekenhuispersoneel had dus ook vrij gekregen. Evenals de hele school, zodat onze eigen kinderen na vorige week nog wat meer vrij kregen om politieke redenen. Daar zitten kinderen natuurlijk niet mee.

Ida, Willem en Doris genieten nog wat meer
Ida, Willem en Doris genieten nog wat meer