Vandaag overleed Mama Halima’s vader. Ik heb Mama Halima en drie van haar kinderen naar haar dorpje gereden. De tocht was korter dan de twee uur die zij verwachtte, en ging vooral over verharde wegen, maar het laatste stuk was een vuurdoop voor de Land Rover — en mijn off-roading skills.
Terugrijdend over de rode stofwegen, groeten uitwisselend met mensen aan het werk in de velden, bekroop me het gevoel dat veel Afrikagangers lijken te herkennen. Iets gelukzaligs, vriendelijks, een gevoel van thuis-zijn.
Toen ik het hier later met Marieke over had, zei zij: het is hier mooi, hard maar mooi. Afrika heeft inderdaad een hard soort schoonheid. Een schoonheid die op het eerste gezicht in contrast staat met de hardheid van het bestaan, en daarom een zekere gêne geeft als je ervan geniet. Maar is het bestaan in Nederland niet op zijn manier veel harder?