Als je als gepensioneerde clinicus teruggeroepen wordt om een ziekenhuis te besturen, valt dat soms zwaar. En is dat in de dagelijkse gang van zaken te merken, zeker als het jaren duurt en de opperdirecteur al bijna twee jaar geleden de laan uit ging vanwege vermeende onacceptabele werkzaamheden.
Ik ben nu heel trots op mijn ziekenhuis. Sinds een maand is de ziekenhuistop volledig vernieuwd. Er zijn nieuwe directeuren aangetreden op de drie deelposities medisch, onderzoek en HRM. Allen vrouwen van in de dertig en veertig. De opperdirecteur is een gerespecteerd gynaecoloog die zich sterk maakt voor het verlagen van de moeder- en kindsterfte rondom de bevalling, die ondanks alle noodsignalen vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie niet genoeg daalt. Ook begin veertig. Allemaal komen ze uit Noord-Tanzania.
Voor Tanzania, en vooral voor deze in oorsprong godsdienstige instelling is dit een unicum. Vrouwen! Jonge vrouwen! De wereld kan (denk ik als soortgenoot) meer vrouwen aan het roer gebruiken.
Het enige betrekkelijke minpuntje is … dat de kersverse ziekenhuisdirecteur 1 van de 2 neurologen in opleiding is. Au!
We hopen natuurlijk dat ze haar voornemen kan nakomen om de wekelijkse neurologiepoli te blijven doen. En anders – anders hebben we er een geboren bestuurster bij, met oog voor de neurologische ziektelast.