Tomaten – de prelude

Zaterdag in Nijmegen

Ik kan met enige weemoed terugdenken aan de zaterdagen in Nijmegen. In de loop van de tijd ontstond een vertrouwde routine die zich wekelijks herhaalde, soms met een kleine variatie.

Eerst in Giu naar Bakkerij de Bie, veruit de beste niet-biologische bakker van Nijmegen. In de categorie biologisch zou Bakker Arend winnen, maar die ligt niet in de route en bij onze volumes (9 broden per week) kan je je dat niet veroorloven. Op weg terug vlees en beleg kopen bij Scharrelslager Wim Coenen, de meest bescheiden meervoudig Nederlands- en wereldkampioen op aarde.

Na de brunch met wat kinderen op de grote groene naar de markt voor de biologische groenten van Hans, en naar de visboer voor vis of Vongole. O ja, geachte Vok en Lammert Koelewijn: op jullie vis is niets aan te merken, maar ik heb uitgerekend dat ik in zeven jaar meer dan 100 euro heb uitgegeven aan de restjes water die jullie altijd in je weegschalen laten staan … schande!

Maar op de markt kwam ik bovenal voor de onovertroffen kaas van Gerard Litjens, voor mij dé dagelijkse lekkernij. Gerard is te bescheiden om reclame te maken voor zijn biologische rauwmelkse kaas, die volgens zijn zeggen veel te wild is om mee te dingen in kampioenschappen, maar volgens mij zou hij in de nationale top eindigen. Wie ons in Tanzania een stuk van Gerards boeren-gaten-belegen bezorgt, ben ik de rest van mijn leven dankbaar. Ook verkrijgbaar op vrijdag op de boerenmarkt in Utrecht. 🙂

Onderweg naar huis even stoppen bij Boer Koekoek voor biologisch fruit en TOMATEN, waarover later meer

Daarna met Giu naar De Bruin en de Bruin voor de beste niet-biologische groenten en fruit, en de vriendelijkste bediening van Nijmegen. Op weg terug bij Harold even kletsen en wat Rocheforts of Chimays meepikken. Zonodig even langs Van der Laak of La Padella voor De Cecco en naar de Groene Weg voor authentieke pancetta, en dan niet wegkomen bij Maarten zonder zijn laatste wijnvondst geprobeerd te hebben.

Waarom?

Ik heb me ook wel eens afgevraagd of dit rondrijden langs detaillisten niet een belachelijke tijdvreter is. Of het niet beter is om zoals iedereen bij AH een kar vol te gooien met de weekboodschappen? We hebben het wel eens geprobeerd, en zaten dan een week lang met lange tanden te eten – terwijl we minstens evenveel geld kwijt waren.

Ingrediënten voor verse, smakelijke en eerlijke maaltijden vind je niet in de supermarkt. Daarvoor moet je toch echt naar bakker, slager, groentenboer, visboer, kaasboer of slijter. En wie denkt dat hij daaraan meer geld kwijt is, daag ik uit om mijn rondje door Nijmegen ook eens te maken.

Een rustig moment om te schrijven op de Oogstfeestdag

Inmiddels zitten we al meer dan 1 ‘ hele’ maand in Tanzania. En zoals gebruikelijk zitten wij niet stil… Geemigreerd, nieuw huis, nieuwe auto, nieuw continent, nieuwe cultuur, 2 nieuwe talen, nieuwe oppassen, en nu ook: nieuwe baan ! (Nu nog die nieuwe fiets! … als een echte Tanzaniaan loop ik dus nog maar even heen en weer naar het ziekenhuis. En het is niet te beschrijven hoe het voelt om in de ochtendzon naar je werk te lopen met die machtige, solitaire besneeuwde Kilimanjaro-top als uitzicht.) En nog een paar dagen voordat ook de kinderen weer naar school gaan.
Ik ben op 1 augustus begonnen op KCMC. Omdat het hier deze week examentijd is voor alle studenten van propedeuse medicijnen tot aan laatstejaars AIOS, worden alle programma’s en bezettingen daar op aangepast. Van een normale gang van zaken is dus nog niet echt sprake. Met de afdelingshoofden van Internal Medicine (waaronder neurologie valt) en Pediatrics ben ik overeengekomen dat ik mijn tijd zal verdelen tussen volwassen- en kinderneurologie. Op de volwassenafdeling liggen de neurologiepatienten her en der verspreid. Momenteel is de afdeling nog voller dan anders. Op een oppervlakte kleiner dan dat van de afdeling Neurologie van het Radboud liggen normaal gesproken ongeveer 100 (!) patienten, waarvan de Chagga (etnisch gezien meest prevalente stam hier) meestal nog wel op een bed liggen, maar de Masai gewoon op een brancard op de gang moeten. Nu echter zijn alle overige ruimtes opgevuld door de vorige week aangespoelde Somalische vluchtelingen die zonder uitzondering uitgedroogd en ondervoed waren, naast hun verwondingen door het vrachtwagenongeluk. Deze Somali-ruimtes worden bewaakt door gewapende politie-agenten en soldaten, die de wanorde compleet maken.
Op de afdeling Kindergeneeskunde is al 4 jaar geen kinderneuroloog meer, waardoor er nu een volledige lichting kinderartsen afstudeert met slechts minimale neurologische basiskennis en hands-on ervaring met neurologisch onderzoek. Toch zien deze kinderartsen een enorm spectrum aan ernstige en ironisch genoeg (als de patienten niet zo’n enorm delay hadden voordat ze besluiten tot medische behandeling: alles kost geld…) veelal behandelbare kinderneurologische aandoeningen, zodat ze niet meer opkijken van de ernstigste afwijkingen. Neurologisch onderzoek doen ze dus echter ook niet standaard… de meest gebruikte beschrijving is ‘ ill’ danwel ‘ very ill’ ! Ik superviseer op de afdeling een zaaltje met kinderneurologische patienten, en zal 2 keer per week Neuropediatrics en HIV-polispreekuren gaan doen samen met 1 of 2 jonge kinderartsen die zich willen gaan toeleggen op de kinderneurologie. Verder zijn er elders in de stad kleine ngo-revalidatiecentra en opvanghuizen die veel kinderneurologische patienten begeleiden, en zo nu en dan bemand worden door kinderartsen vanuit KCMC, en binnenkort ook door mij (en dan hopelijk op regelmatige basis). De paar dagen die ik hier zit leren me al veel over global health care. Wist jij bijvoorbeeld dat Afrikaanse geneeskundestudenten al jaren op kosten van de Chinese regering hun artsenopleiding in China kunnen doen ? De co-assistenten komen dan terug voor hun co-schappen hier- en om hun familie te zien. En dat in deze regio de complexe hartoperaties, bijvoorbeeld in geval van congenitale hartafwijkingen, gedaan worden in India ? Ik vind deze vorm van internationale samenwerking fascinerend. Landen die wij van oudsher beschouwen als ‘ Tweede’ of ‘ Derde’ Wereld hebben een heel systeem om elkaars gezondheidszorg te ondersteunen. Ongetwijfeld met veel onderliggende economische belangen, maar toch.
En dan over naar onze kinderen ! Ze zijn al vertrouwd met het Engels, en zelfs Steef antwoordt al simpele vragen in het Engels. Ida spreekt voor de vuist weg, plakt alles zonder gene aan elkaar en zal als een speer gaan. Willem, Doris en Hugo laten het misschien niet merken maar verstaan gesproken Engels goed, en beginnen ook hun schroom te overwinnen om het te gebruiken in gesproken Engels. School zal dat in een stroomversnelling brengen. De 4 scholieren zullen de eerste weken nog een extra cursus hebben, en dan met z’n vieren in een klasje zitten met de andere net gearriveerde non-native English speakers. Dat wordt een dolle boel! De campus van ISM (International School Moshi) is vlakbij ons huis. Er komt achterin de tuin een nieuw poortje zodat ze nog sneller op school kunnen zijn en ze de vrij drukke dirt road voor het huis (Emma Grocery Rd) helemaal niet meer ophoeven. Die is op sommige plekken namelijk zo steil en hobbelig dat de korte beentjes dat moeilijk trekken… Christine, de andere Nederlandse moeder bij wie we na aankomst mochten logeren, heeft voor de kinderen een grote stapel ISM-poloshirtjes in 6 kleuren geregeld. De polootjes zijn het schooluniform. Ooit hoorde daar een korte broek of rok bij, maar dat werd zo massaal geboycot door de scholieren dat men dat onderdeel maar heeft opgegeven.. ! Er zaten een paar uniformbroekjes bij, en die staan Steven heel schattig. Als hij volgend jaar naar de ISM-kleuterschool gaat (dat wordt sparen dus !) zal hem dat prachtig staan.

Barmhartige Samaritanen

Er is vanmorgen een overvolle vrachtwagen met illegale Somaliërs verongelukt net buiten Moshi. De SEH stroomde over met gewonde, uitgehongerde en uitgedroogde vluchtelingen, die bovendien in paniek gevlucht waren voor politie en leger die kwamen helpen. In het ziekenhuis gaf het een chaos tot ver buiten de SEH, waar alle beschikbare (trauma)dokters heen moesten. Toch opvallend hoe kalm en berustend het er dan aan toegaat – alles in relatieve stilte. In Nederland gaan bij elk groter trauma overal telefoons, monitoralarms en intercoms af, die heb je hier gewoon niet.

De ziekenhuiskeuken is wel meteen begonnen met het bereiden en uitdelen van al het overgebleven voedsel (en veel is dat niet) aan de uitgehongerde binnenlopers. KCMC doet zijn naam eer aan, “Part of the Good Samaritan Foundation”.