Inmiddels zitten we al meer dan 1 ‘ hele’ maand in Tanzania. En zoals gebruikelijk zitten wij niet stil… Geemigreerd, nieuw huis, nieuwe auto, nieuw continent, nieuwe cultuur, 2 nieuwe talen, nieuwe oppassen, en nu ook: nieuwe baan ! (Nu nog die nieuwe fiets! … als een echte Tanzaniaan loop ik dus nog maar even heen en weer naar het ziekenhuis. En het is niet te beschrijven hoe het voelt om in de ochtendzon naar je werk te lopen met die machtige, solitaire besneeuwde Kilimanjaro-top als uitzicht.) En nog een paar dagen voordat ook de kinderen weer naar school gaan.
Ik ben op 1 augustus begonnen op KCMC. Omdat het hier deze week examentijd is voor alle studenten van propedeuse medicijnen tot aan laatstejaars AIOS, worden alle programma’s en bezettingen daar op aangepast. Van een normale gang van zaken is dus nog niet echt sprake. Met de afdelingshoofden van Internal Medicine (waaronder neurologie valt) en Pediatrics ben ik overeengekomen dat ik mijn tijd zal verdelen tussen volwassen- en kinderneurologie. Op de volwassenafdeling liggen de neurologiepatienten her en der verspreid. Momenteel is de afdeling nog voller dan anders. Op een oppervlakte kleiner dan dat van de afdeling Neurologie van het Radboud liggen normaal gesproken ongeveer 100 (!) patienten, waarvan de Chagga (etnisch gezien meest prevalente stam hier) meestal nog wel op een bed liggen, maar de Masai gewoon op een brancard op de gang moeten. Nu echter zijn alle overige ruimtes opgevuld door de vorige week aangespoelde Somalische vluchtelingen die zonder uitzondering uitgedroogd en ondervoed waren, naast hun verwondingen door het vrachtwagenongeluk. Deze Somali-ruimtes worden bewaakt door gewapende politie-agenten en soldaten, die de wanorde compleet maken.
Op de afdeling Kindergeneeskunde is al 4 jaar geen kinderneuroloog meer, waardoor er nu een volledige lichting kinderartsen afstudeert met slechts minimale neurologische basiskennis en hands-on ervaring met neurologisch onderzoek. Toch zien deze kinderartsen een enorm spectrum aan ernstige en ironisch genoeg (als de patienten niet zo’n enorm delay hadden voordat ze besluiten tot medische behandeling: alles kost geld…) veelal behandelbare kinderneurologische aandoeningen, zodat ze niet meer opkijken van de ernstigste afwijkingen. Neurologisch onderzoek doen ze dus echter ook niet standaard… de meest gebruikte beschrijving is ‘ ill’ danwel ‘ very ill’ ! Ik superviseer op de afdeling een zaaltje met kinderneurologische patienten, en zal 2 keer per week Neuropediatrics en HIV-polispreekuren gaan doen samen met 1 of 2 jonge kinderartsen die zich willen gaan toeleggen op de kinderneurologie. Verder zijn er elders in de stad kleine ngo-revalidatiecentra en opvanghuizen die veel kinderneurologische patienten begeleiden, en zo nu en dan bemand worden door kinderartsen vanuit KCMC, en binnenkort ook door mij (en dan hopelijk op regelmatige basis). De paar dagen die ik hier zit leren me al veel over global health care. Wist jij bijvoorbeeld dat Afrikaanse geneeskundestudenten al jaren op kosten van de Chinese regering hun artsenopleiding in China kunnen doen ? De co-assistenten komen dan terug voor hun co-schappen hier- en om hun familie te zien. En dat in deze regio de complexe hartoperaties, bijvoorbeeld in geval van congenitale hartafwijkingen, gedaan worden in India ? Ik vind deze vorm van internationale samenwerking fascinerend. Landen die wij van oudsher beschouwen als ‘ Tweede’ of ‘ Derde’ Wereld hebben een heel systeem om elkaars gezondheidszorg te ondersteunen. Ongetwijfeld met veel onderliggende economische belangen, maar toch.
En dan over naar onze kinderen ! Ze zijn al vertrouwd met het Engels, en zelfs Steef antwoordt al simpele vragen in het Engels. Ida spreekt voor de vuist weg, plakt alles zonder gene aan elkaar en zal als een speer gaan. Willem, Doris en Hugo laten het misschien niet merken maar verstaan gesproken Engels goed, en beginnen ook hun schroom te overwinnen om het te gebruiken in gesproken Engels. School zal dat in een stroomversnelling brengen. De 4 scholieren zullen de eerste weken nog een extra cursus hebben, en dan met z’n vieren in een klasje zitten met de andere net gearriveerde non-native English speakers. Dat wordt een dolle boel! De campus van ISM (International School Moshi) is vlakbij ons huis. Er komt achterin de tuin een nieuw poortje zodat ze nog sneller op school kunnen zijn en ze de vrij drukke dirt road voor het huis (Emma Grocery Rd) helemaal niet meer ophoeven. Die is op sommige plekken namelijk zo steil en hobbelig dat de korte beentjes dat moeilijk trekken… Christine, de andere Nederlandse moeder bij wie we na aankomst mochten logeren, heeft voor de kinderen een grote stapel ISM-poloshirtjes in 6 kleuren geregeld. De polootjes zijn het schooluniform. Ooit hoorde daar een korte broek of rok bij, maar dat werd zo massaal geboycot door de scholieren dat men dat onderdeel maar heeft opgegeven.. ! Er zaten een paar uniformbroekjes bij, en die staan Steven heel schattig. Als hij volgend jaar naar de ISM-kleuterschool gaat (dat wordt sparen dus !) zal hem dat prachtig staan.
Category: Werk
Barmhartige Samaritanen
Er is vanmorgen een overvolle vrachtwagen met illegale Somaliërs verongelukt net buiten Moshi. De SEH stroomde over met gewonde, uitgehongerde en uitgedroogde vluchtelingen, die bovendien in paniek gevlucht waren voor politie en leger die kwamen helpen. In het ziekenhuis gaf het een chaos tot ver buiten de SEH, waar alle beschikbare (trauma)dokters heen moesten. Toch opvallend hoe kalm en berustend het er dan aan toegaat – alles in relatieve stilte. In Nederland gaan bij elk groter trauma overal telefoons, monitoralarms en intercoms af, die heb je hier gewoon niet.
De ziekenhuiskeuken is wel meteen begonnen met het bereiden en uitdelen van al het overgebleven voedsel (en veel is dat niet) aan de uitgehongerde binnenlopers. KCMC doet zijn naam eer aan, “Part of the Good Samaritan Foundation”.
Medical Checks for Children
Edit: zie dit fotoverslag.
Ik ben nu twee weken in Tanzania, en heb deze week meegedraaid als neuroloog met een jaarlijks terugkerende medische ‘APK’ voor de kinderen in een dorp 20 kilometer van Moshi. Het dorp ligt tegen een gigantische suikerrietplantage aan, en de mensen uit het dorp hebben meestal een baan die te maken heeft met deze plantage. De plantage zelf is een groot contrast met de rest van het landschap, en lijkt nog het meest op de Noordoostpolder met kaarsrechte irrigatiekanalen en een voor Afrika enorm efficient productieproces. In de jaren dertig is deze plantage aangelegd door Denen, waarna hij tijdens het bewind van Nyerere deel was van het Ujamaa-beleid (zestiger en zeventiger jaren). Ujamaas waren de Afrikaanse tegenhangers van de kolchozen in de Sowjetunie, en werden destijds massaal ingevoerd als manier om Tanzania economisch gezond te maken. De bevolking ervan was kunstmatig samengesteld, en gedwongen te verhuizen vanuit hun oorspronkelijk woongebied naar de Ujamaa. Na vele jaren werden deze gemeenschappen als mislukt beschouwd en ontbonden, maar het eindresultaat bestond helaas uit een mengeling van berooide en voorheen geografisch gescheiden stammen die nu etnisch gezien onnatuurlijk dicht bijeen wonen. Al met al een plek die, grenzend aan de Masai-steppe, geschikt is geweest voor ontwikkelingshulp.
Onder meer vanuit een Nederlandse stichting, FD Kilimanjaro, die in een van de dorpen al jaren actief is om op allerlei punten het welzijn van de dorpsbewoners te verbeteren. MCC organiseert elk jaar een gezondheids-‘kamp’ voor alle kinderen van baby- tot en met basisschoolleeftijd, in een schoolgebouwtje zonder ramen dat aan de vlakte grenst. Hele rijen vormen zich voor het inschrijvingsloketje, allemaal kinderen in schooluniformen die letterlijk bijna uit elkaar vallen van ouderdom, maar toch met liefdevol hand- en borduurwerk toonbaar gehouden worden. Een Nederlandse schoolklas kan nog wat leren van de discipline van deze kinderen, die soms uren in een kaarsrechte rij over de steppe staan te wachten voor de dokters (chirurg, kinderarts, huis-, jeugd- en CB-arts) en verpleegkundigen, de tandarts en de ‘apotheek’ (een klein depot van gesorteerde medicatie, waarvoor er eendrachtig door iedereen, van arts tot chauffeur, elke dag met de hand ijzertabletten, multivitaminen enzovoorts worden uitgeteld en in zakjes gedaan).
Met de gezondheid van veel kinderen, vooral de Masaikinderen, is het redelijk tot matig gesteld, waarbij me wordt benadrukt dat de algemene gezondheid in dit dorp nog veel beter is dan elders door het ontwikkelingsproject dat er plaatsvindt. Naast een hoge prevalentie van ijzergebreksanemie (vingerprik), groeiachterstand en caries worden er kinderen uitgevist met nefrotisch syndroom, pneumonie, maar ook zuigelingen met verdenking hydrocephalie, craniosynostose, een traumatische ulnaropathie en als klap op de vuurpijl een 9-jarige mentaal geretardeerde jongen die altijd op het erf gehouden was met heel wat kenmerken van myotone dystrofie (en wat leek ‘ie op z’n moeder…). Bij deze categorie dringt zich telkens dezelfde vraag op, eentje waarmee ik in het ziekenhuis ook dagelijks mee te maken zal hebben: en nu? Wat is het therapeutisch arsenaal voor deze aandoening? Meestal blijven we het antwoord schuldig. Wel bleek er een kleine ngo, CCBRT, community-based rehabilitation therapy in Tanzania, te bestaan die dit soort kinderen een beetje kan laten revalideren. De middelen die ze daarvoor tot hun beschikking hebben zijn beperkt, maar ook hier wordt dus op kleine schaal aan kinderrevalidatie gedaan, en dat stemt hoopvol. Als neuroloog op de kinderafdeling van KCMC krijg ik ook weer te maken met deze ngo.